Het ligt zo voor de hand om bij de saxofoon in de richting van de lichte muziek en zeker ook de jazz te denken. Maar Bach? Sterker nog: voor Bach was de saxofoon een onbekende fenomeen, simpelweg omdat dit instrument pas een eeuw na zijn dood werd uitgevonden.
Maar met Raaf Hekkema (1968) op de komende Bachdag zal Bach in alle toonaarden op saxofoon te horen zijn. In stukken voor saxofoon en orgel, maar ook solo in het slotconcert. Want Bach is niet weg te denken uit het rijke pallet van meer dan dertig jaar aan arrangementen van deze saxofonist.
Paradiso
Raaf Hekkema kreeg de muziek van jongsaf mee. Zijn vader was jazzmusicus en speelde overal en nergens, van kroeg tot festival. En zijn moeder nam hem in zijn jonge jaren geregeld mee naar concerten in poptempel Paradiso in Amsterdam – “ik stond dan vaak ergens voorin te luisteren en te kijken, vlak bij het podium. De mensen vonden het vast wel grappig, dat er zo’n joch rondscharrelde. Zo ging dat toen. Nou ja, dat ik daar geen gehoorschade heb opgelopen, is een wonder op zich.”
Zelf een instrument bespelen kwam pas op zijn 13e. Zijn vader gaf een beslissend zetje in de richting van een blaasinstrument. Raaf viel op de saxofoon, indrukkend glimmend met prachtige knoppen. En dat klikte muzikaal zo goed, dat hij een aantal jaren later koos voor het conservatorium.
Toonladders
Hekkema speelde in zijn conservatoriumtijd natuurlijk in de eerste plaats muziek, die voor saxofoon geschreven was. Maar hoe kwam hij bij Bach uit? “Dat was eigenlijk al vrij snel, want één van de dingen waar ik het meeste hekel aan had waren al die toonladders, die ik moest spelen. Dat moet natuurlijk voor de techniek, maar dat vond ik zo saai. En ik merkte dat allerlei stukken die Bach voor alleen een viool of alleen een cello had geschreven, ook prima op de saxofoon te spelen waren. Met natuurlijk wat aanpassingen hier en daar. Maar het was zoveel boeiender om die muziek te spelen dan de gebruikelijke oefenstof. Dus zo kwam ik bij Bach terecht. En daar ben ik nooit meer weggegaan.”
Raaf Hekkema zette zijn bewerkingen in latere jaren ook op CD, zodat deze stukken, die Bach ooit schreef voor viool en cello nu in een versie voor saxofoon te horen zijn (luister b.v. naar het adagio uit Sonata No.1,BWV 1001 of de prelude uit de Suite No. 4 – beide gearrangeerd door Raaf Hekkema).
Vreemde eend
Al in zijn middelbare schooltijd (1985) richtte Hekkema een rietkwintet op met de naam Calefax.En voor dat ensemble schreef hij tal van eigen arrangementen van bestaande (klassieke) werken. Dat liep van Gesualdo, Monteverdi, Byrd, Bach, Vivaldi en Mozart tot Tsjaikovski, Debussy, Ravel, en Gershwin.
Hekkema: “In al die eeuwen vóór 1850 – dus ook in Bach’s tijd – is er geen muziek voor saxofoon geschreven. Gewoon omdat dat instrument nog niet bestond. Dat betekent dat ik uit al die eeuwen de mooiste muziekstukken kon kiezen om ze speelbaar te maken voor de saxofoon. Dat was heel divers en ik kwam daardoor ook in contact met allerlei specialisten, als het gaat om een bepaalde tijd of een specifieke stroming in de muziek. Dan denk ik bijvoorbeeld aan mensen, die veel met muziek van 16e tot de 18e eeuw bezig zijn, zoals dirigent Paul van Nevel of iemand als klavecinist en organist Ton Koopman. En zo zijn er meer. Daar heb ik heel veel aan te danken.”
Hekkema vertelt dat hij zelfs een tijdje geregeld afreisde naar Zürich om les te nemen bij de violist Rudolf Koelman: “Dat was in de tijd dat ik stukken voor viool solo van Paganini voor saxofoon bewerkte. En dan speelde ik in zijn ‘Klassestunde’ mijn saxofoonbewerkingen van Paganini, terwijl al die andere studenten van Koelman natuurlijk viool speelden. Ik was daar echt een vreemde eend in de bijt. Maar het was voor ons allemaal heel boeiend en ook ontzettend leuk om te doen.” Hekkema vertelt er enthousiast over en het resultaat is ook te beluisteren, met als meest bekende caprice nr. 24 van Paganini.
Van cello naar sax
En ondertussen bleef barokcomponist Bach voluit in beeld. Zijn sonates en partitas voor viool solo werden door Raaf Hekkema bewerkt voor saxofoon. En zo ging het ook met Bach’s suites voor cello solo. Hekkema: ‘Dat is een hele weg geweest, want je moet van alles aanpassen, wil iets wat geschreven is voor viool of cello speelbaar worden voor de saxofoon.
Eén van de dingen die bijvoorbeeld verandert is de meerstemmigheid. Dat kan op viool en cello wel (twee snaren tegelijk bespelen). Maar op de saxofoon lukt dat niet op die manier. Daar moet je dan aanpassingen voor vinden. En dat is juist bij Bach boeiend om te doen, omdat hij zelf ook veel bewerkingen heeft gemaakt van zijn eigen stukken. Had hij bijvoorbeeld iets geschreven voor viool of cello, dan zie je dat hij dat op een later moment bewerkt voor klavecimbel.
Ik heb veel geleerd van hoe Bach zélf zulke arrangementen maakte. Op de Bachdag zal ik een paar bewerkingen voor saxofoon en orgel laten horen, samen met de organist Aart Bergwerff.”
Noten van dooie mensen
Je denkt dan wel: wat gebeurt er met die oorspronkelijke muziek als je zo aan het bewerken slaat?
Wat verandert er en hoe pakt dat uit? Raaf Hekkema is niet zo bezig met dat soort vragen: “Voor mij is de vraag wat er in zo’n bewerking allemaal verandert met de muziek, niet zo belangrijk. Waar het me wel om gaat is dat die muziek – eigenlijk allemaal noten van dooie mensen – helemaal mijn muziek wordt. En zo heb ik altijd mijn bewerkingen gemaakt. Ik kom van huis uit natuurlijk ook niet uit een wereld waar vanaf de noten werd gespeeld, maar al improviserend, steeds weer iets nieuws. Ik merk dat ik in die sfeer ook bezig ben met het arrangeren van die stukken van soms eeuwen geleden.”
Het allermooiste
Is er nou ook iets waarvan je bij al die muziek van Bach denkt: Dit is toch wel het allermooiste!
Hekkema – een beetje lachend: ‘Dat is natuurlijk een hele moeilijke vraag. Maar vooruit, om iets te noemen: heel mooi vind ik op ‘All of Bach’ (waar de Nederlandse Bachvereniging alles van Bach live heeft staan) de cellosuites gespeeld door Sergey Malov. Luister maar eens naar zijn prelude van de zesde suite, die hij speelt op een soort schoudercello. Dat vind ik werkelijk prachtig. En dat is ook een aardige kant van al dat arrangeren, dat je zo kunt gaan houden van andere instrumenten. De hobo vond ik altijd al heel prachtig, maar ook van de viool kan ik zo genieten.’
En luisterend naar wat Raaf Hekkema daar over zegt, voeg ik er maar aan toe dat het natuurlijk ook bijzonder is om die prelude uit de 6e suite voor cello nog eens even te beluisteren in zijn bewerking voor saxofoon.
Pop, dak en Irak
Als uitsmijter leek het me aardig om iets te horen over de dwarsstraten, waar Raaf Hekkema te vinden is. Is er bijvoorbeeld nog iets blijven hangen van die popconcerten in Paradiso van lang geleden? Dat is zeker het geval, want Hekkema is allerminst weg bij de popmuziek. Van bijvoorbeeld Stevie Wonder kan hij erg genieten, zoals van een nummer als ‘Overjoyed’.
En misschien is het ook wel beetje popachtig om Bach te spelen vanaf een Amsterdams dakterras.
En verder heeft het werken met het ensemble Calefax zijn onverwachte kanten. Neem een programma als Streetwise, een thema waarbij je als vanzelf even weg denkt van het gebruikelijke podium.
En nog verder weg voerde het thema Moeder aarde. Dat bracht Hekkema in het verre Irak, bij een godin van de vruchtbaarheid, waar zo’n 1400 v. Chr een hymne voor geschreven werd Rite for Nikkal,.
En dat met zelfs de oudst genoteerde muziek! Hekkema overbrugde de millennia met een eigen compositie voor koor en rietblazerskwintet.
En zo is er nog veel meer te genieten.
En dat zal zeker ook zo zijn op 12 oktober van dit jaar op de Amersfoortse Bachdag.
Raaf Hekkema is saxofonist, componist en arrangeur, hoofddocent klassiek saxofoon aan het koninklijk conservatorium in Den Haag en maakt deel uit van het Calefax rietkwintet. www.raafhekkema.com; www.calefax.nl
Tekst: Freddy Gerkema